Nieuwsgierig kijken de zwarte kraaloogjes me aan. Een zwart lijntje accentueert de oogjes die liggen in het witte deel van zijn zwart witte verenkleed. Een forse oranje zwart wit gestreepte snavel is zijn meest opvallende kenmerk. De Fratercula Arctica in deftig Latijn. Lundi in het IJslands, maar voor ons beter bekend onder de naam papegaaiduiker.
De papegaaiduiker is een zeevogel die enkel aan land komt om te broeden. Ze zijn gehecht aan hun eigen huisje, en beginnen ieder jaar in april met de grote schoonmaak van hun voormalige nest, dat bestaat uit een uitgegraven hol in steile kliffen. Als in juni de eieren, meestal 1 of 2 uitkomen, wordt er hard gewerkt om voldoende voedsel voor de jonge naar de holen te slepen. Het is een prachtig gezicht om de papegaaiduiker vanaf de steile kliffen te zien springen om vervolgens met snelle vleugelslagen de Atlantische oceaan in te zien duiken. Hier kunnen ze tot wel 65 meter diep duiken waarbij ze zich onder water op dezelfde manier voortbewegen als in de lucht.
Met hun bek vol visjes vliegen ze vervolgens terug naar hun hol. Als de jongen zijn uitgevlogen is er voor de papegaaiduikers geen reden meer om aan land te blijven. Halverwege augustus lopen de kusten weer leeg en verblijven ze de volgende acht maanden weer op open zee.
De Fratercula Arctica, vanwege zijn opmerkelijke uiterlijk ook wel de clown onder de zeevogels genoemd, maar een beetje meer respectvol vanwege zijn statige voorkomen ook wel “De Priester”.